WELKOM

U/JIJ BENT VAN HARTE WELKOM OP DEZE BLOG

ECHTSCHEIDING ONDER CHRISTENEN

ECHTSCHEIDING ONDER CHRISTENEN

Evangelist Sieberen Voordewind

Deze belangrijke boodschap is speciaal bestemd voor christenen die te maken hebben met echtscheiding.

In deze boodschap wil ik een echtscheiding niet aanmoedigen maar opkomen voor hen die dit meegemaakt hebben en vertrapt worden door mensen die zich een “christen” noemen.

Vele wel en niet christenen hebben direct of indirect te maken met een echtscheiding. Een echtscheiding is niet waar getrouwde mensen in de eerste plaats op zitten te wachten. En gelukkig denken vele mensen niet lichtvaardig over het huwelijk en echtscheiding.

In de Bijbel lezen we dat er drie manieren waren waarop een einde kwam aan het huwelijk. Deze drie manieren waren: 1) wanneer een partner sterft, 2) overspel en 3) een scheidsbrief (Deuteronomium hoofdstuk 24). De woorden van de Here Jezus in Mattheüs hoofdstuk 5 waren hier duidelijk over.

Er zijn dan ook veel mensen die willen doen wat Christus zei, en naar hun vermogen zoveel mogelijk doen om hun huwelijk te redden als het huwelijksleven geen eenheid meer is (Genesis 2:24). Verdriet, pijn, mishandeling(en), spanningen, en wat voor narigheid nog meer, maken een einde aan een sprookjeshuwelijk. Als het samen echt niet meer gaat, dan kan een scheiding het gevolg zijn.

Maar juist dan kunnen er nóg meer problemen bij komen. Als het gaat om christenen die gescheiden zijn, dan zijn er mede broeders en zusters in Christus, die hen veroordelen. Naast de pijn en verwerking van de echtscheiding, moeten ze plotseling ook leren omgaan met veroordelingen, oordelen, harde kritiek, roddel, vernedering, kwaadsprekerij, afkeuring, verwerping, laster, afkeurende blikken, boze ogen en minachting. Allemaal verkeerde reacties, die niets te maken hebben met de liefde van Christus en de vrucht van de Geest.

In Spreuken hoofdstuk 6 staat gelukkig niet het woord “echtscheiding” bij de 7 dingen die God haat, anders zou iemand misschien nog hatelijker worden naar iemand die gescheiden is.

Door de jaren heen wordt het gescheiden voorgangers, oudsten, evangelisten en anderen in de bediening, extra moeilijk gemaakt door veroordelende- en oordelende “christenen.” Volgens hen is het na de echtscheiding ook afgelopen met de bediening. Maar de Here God gaat over Zijn bedieningen en niet een mens (Efeziërs 4:11). In de Bijbel is nergens te lezen dat een dienstknecht van God moet stoppen met zijn bediening vanwege echtscheiding.

En zijn niet gescheiden christenen betere christenen dan gescheiden christenen? Een niet gescheiden christen is niet méér dan een gescheiden christen (Zie ook: Lucas 9:46-48). De Bijbel zegt: “…wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle.” (1 Korintiërs 10:12). De Bijbel zegt in 1 Johannes 1:8 (NBG, 1951): “Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet.” Maar “als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons.” (1 Johannes 1:9, BB, 2016).

In de Bijbel lezen we dat ”bijbelgeleerden en Farizeeën” een vrouw bij Jezus Christus brachten, die op een zonde betrapt was. Ze zeiden tegen Hem: “In de wet van Mozes staat dat wij zo'n vrouw moeten stenigen. Wat is uw mening?” (:5). Maar “Jezus ging op zijn hurken zitten en schreef met zijn vinger in het stof.” (:6c). Nadat zij bleven aandringen, stond de Here op en zei volgens Lucas 8:7 (HTB): “...Laat hij die zelf nooit zondigt, de eerste steen maar gooien!...” En opnieuw begon Hij weer iets te schrijven. Daarna gingen de mannen die haar veroordeelden weg. De Here Jezus stond op en vroeg: “Waar is iedereen? Heeft niemand u veroordeeld?” (:10). Ze antwoordde: “Nee, Here.” (:11). En let op wat de Here Jezus haar toen zei. Hij zei: “Ik veroordeel u ook niet. Ga maar en zondig voortaan niet meer.” (:11). Wat was de Here Jezus liefdevol naar deze zondares. En het is voor een volgeling van Jezus Christus belangrijk om net zo liefdevol te zijn naar iemand die gezondigd heeft tegenover de Here God. O, er zijn ook in deze tijd, mensen die zichzelf zó goed vinden dat zij bepaalde zonden niet hebben begaan en liefdeloos reageren. Zij komen met oordelen en veroordelingen en gooien als het ware met een steen, terwijl de Here gezegd heeft: “Laat hij die zelf nooit zondigt, de eerste steen maar gooien!” Zij die menen het recht te hebben om “met een steen te gooien” zijn zelf ook niet zonder zonden.

Zonder fouten, falen en zonden goed te praten, is het belangrijk om goed te onthouden, dat een christen een mens is van vlees en bloed, die Jezus Christus volgt met vallen en opstaan. Er is geen enkele christen die zonder falen en fouten is.
Iemand die oordeelt is volgens de Bijbel al verkeerd bezig (Lucas 6:37), 
evenals iemand die: veroordeelt (Jacobus 4:11, Romeinen 14:10), (geestelijk)
hoogmoedig is (Spreuken 6:17, 1 Johannes 2:16, Jacobus 4:6), 
wijst met de vinger (Jesaja 58:9), 
geen liefde van God toont (1 Korintiërs 13:1-6, 1 Petrus 4:8), 
onbarmhartig is (Jacobus 2:13), 
kwaad spreekt (Jacobus 4:11), 
lastert (Kolossenzen 3:8, Jacobus2:7), 
en niet vergeeft (Mattheüs 6:15), enzovoort. 
De Here Jezus zei eens: “Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet?” (Mattheüs 7:3). En de Bijbel zegt in Johannes 8:7: “Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen…”

De apostel Paulus schreef eens: "Zijt gij aan een vrouw verbonden? Zoek geen scheiding." (1 Korintiërs 7:27). Er is een verschil tussen "zoek" en "gedwongen."
Een echtscheiding is niet het doel wat God heeft voor Zijn kinderen maar ook het is ook niet Zijn wil dat Zijn kind binnen het huwelijk slachtoffer is van (ernstige) mishandelingen, haat en agressie. Het is ook niet Zijn wil dat Zijn kind binnen het huwelijk onveilig is, diep ongelukkig, eenzaam, wanhopig, angstig en/of depressief. Ja, er zijn situaties waarin iemand wel moet scheiden om bijvoorbeeld de veiligheid te waarborgen. Dan helpt volgens mij vrome taal met Bijbelteksten niet maar actie. Er zijn huwelijken die geestelijk dood zijn en daarmee innerlijke scheiding geven voordat de lichamelijke dood scheiding geeft, waarover de apostel Paulus geschreven heeft (Romeinen 7:1,2).

Ben je gescheiden? Wanhoop niet en geef het niet op als mensen je onrecht aandoen. Je hoeft je niet te verdedigen naar anderen. De Here God, je partner en jij kennen de reden of redenen van de scheiding. En wat je ook zegt; mensen trekken hun eigen conclusies. Doe wat de Bijbel zegt in 1 Corinthiërs 4:3a (HTB): “Nu maakt het voor mij niet uit welk oordeel u of anderen over mij hebben.” En als je in Jezus Christus bent, dan wordt je door de Here niet veroordeelt (Romeinen 8:1, 31, 33, 34). Als je door God vergeving van zonden hebt ontvangen, dan denkt Hij er niet meer aan (Jesaja 43:25). Als de Levende God niet meer aan je zonden denkt; wie is dan een mens om zich boven de Here God te verheffen en er wel aan te denken? De Blessing Bijbel zegt in Psalm 32:1: ”Gelukkig is hij wiens misstap vergeven wordt en wiens zonden vergeten worden.”

En de Bijbel zegt in Micha 7:19: “Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.” Dit betekent dat de vergeven zonden weg zijn! Wat de Here God heeft weggegooid mag niemand meer naar boven halen.

Ben je niet gescheiden? Wees dankbaar met wat je hebt en toon Gods liefde naar gescheiden mensen. Bouw aan je eigen huwelijk en geef het niet zomaar op maar zet je je naar vermogen in om een goed huwelijk te hebben. Lees 1 Korintiërs hoofdstuk 13.


De Blessing Bijbel zegt in 1 Thessalonicenzen 3:12: “Het is onze grote wens dat de Here uw liefde voor elkaar en voor anderen zal laten groeien en overvloeien...” Geloof wat de Bijbel zegt en doe wat de Bijbel zegt, want Jezus Christus heeft eens gezegd: “Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil Mijns Vaders, die in de hemelen is.” (Matteüs 7:21, NBG51).

Vergeet niet dat de Bijbel zegt: “Genadig en barmhartig is de Here, lankmoedig en groot van goedertierenheid.” (Psalm 145:8, NBG51).