WELKOM

U/JIJ BENT VAN HARTE WELKOM OP DEZE BLOG

MEDICINALE CANNABIS

MEDICINALE CANNABIS 
Tekst: Sieberen Voordewind
25-11-2019 

Er bestaat veel misverstand over medicinale cannabis. Alleen al het woord “medicinale” doet mensen denken dat cannabis als medicijn gebruikt kan worden. Eén van mijn docenten bij de CDB was de geneeskundige Dr. K.F. Gunning. Hij was degene die voor het eerst in Nederland de gevaren van softdrugs onderzocht heeft en n.a.v. wat toen bekend was over het “medicinale” van cannabis in een blad schreef: "Medicijnen hebben als doel te genezen, niet te beschadigen." Met dat beschadigen bedoelde hij de gevaren van het gebruik van cannabis. 

Door onderzoek is aan het licht gekomen dat de hersencellen in de liquorruimten worden beschadigd of te gronde gaan door gebruik van hennepproducten. Als hersencellen eenmaal beschadigd zijn, worden er geen nieuwe gemaakt. De schadelijke gevolgen door gebruik van hennepproducten zijn onder andere: geheugenstoringen, afnemende zelfkritiek, verzwakte weerstand, vermindering van geestelijke- en lichamelijke vaardigheden, drang tot isolatie, angst, psychose, paniek, afwijkingen aan witte bloedlichaampjes, hersenletsel, moeilijkheden in het leerproces door stoornis in kort geheugen, schade aan longen, endoctriene, de basisstructuur van de cellen, schade aan de voortplantingsorganen, waardoor pasgeboren kinderen hebben te lijden, persoonlijke verwaarlozing en verder dezelfde gevolgen als bij gebruik van tabak, zoals hart- en vaataandoeningen, hartinfarct, hoge bloeddruk enz. Bij een te grote dosis D9- THC kunnen zich korte perioden van krankzinnigheid voordoen, gepaard gaande met hallucinaties en verwarring. Door beschadiging van beenmerg vermindert de weerstand tegen infectieziektes. Het gebruik van hennepproducten opent vooral ook de deur naar het gebruik van harddrugs (o.a. heroïne, cocaïne). 

Omdat er mensen zijn die verlichting voelen bij bijvoorbeeld pijn, heb ik een paar vragen gesteld aan Mevrouw Catherine de Jong, anesthesioloog, Secretaris bij de Vereniging tegen de Kwakzalverij, die mij heeft laten weten: “Van het gebruiken van ruwe cannabis (eten of roken) is bekend dat het sederend (rustgevend en ontspannend) effect heeft en (een beetje) pijnstillend kan werken. Het zou tegen misselijkheid werken en tegen bepaalde vormen van spierverkramping. Cannabis kan het ontstaan van psychosen bevorderen of verergeren. Wat nog niet goed is uitgezocht is welke stof in de mix het precies welk effect, gewenst of ongewenst, heeft.” Volgens de Jong is er “genoeg bekend over de bijwerkingen van cannabis. Het gebruik van cannabis leidt tot verminderd concentratievermogen en een slechter werkend geheugen. Het maakt mensen passief. Scholieren die cannabis gebruiken halen minder vaak hun diploma. Cannabisgebruikers die werken blijven lang op hetzelfde niveau hangen en maken geen promotie. Grofweg 1 op de 10 cannabisgebruikers functioneert suboptimaal door dagelijks cannabisgebruik. Het roken van een joint is grofweg even schadelijk als het roken van 7 zware sigaretten. Bij het kweken van cannabis worden stoffen gebruikt om schadelijke insecten en schimmels te weren. Deze komen ook in het eindproduct terecht. Niemand heeft nog behoorlijk onderzoek gedaan naar de schadelijke effecten van dergelijke meegerookte chemicaliën. In Engeland is onderzoek gedaan naar het verband tussen cannabisgebruik en psychose. Bij 80% van de opnames in psychiatrische klinieken wegens psychose bleek cannabisgebruik een belangrijke rol te spelen.”

Over de wetenschappelijke onderzoeken schrijft mevrouw de Jong: “De wetenschappelijke onderzoeken naar diverse componenten van cannabis zijn op zich betrouwbaar. We weten inmiddels steeds meer over de aanwezigheid van verschillende cannabinoidreceptoren in het lichaam. Maar er is nog veel onduidelijk over de structuur en functie van de cannabinoidsysteem in het lichaam. Cannabis bestaat uit een grote groep verschillende stoffen met verschillende werkingen. De bekendste zijn THC en cannabidiol oftewel CBD. Het grote aantal verschillende cannabinoiden in combinatie met verschillende cannabinoidreceptoren in het menselijk lichaam maakt dat het een moeilijk gebied voor onderzoek is en dat maakt dat er tot nu toe nog niet veel bruikbaars uit het wetenschappelijk onderzoek komt.”

Volgens Frans Koopmans, beleidsmedewerker bij de stichtingen Chris en Voorkom is “Het meeste 'bewijs' voor medische cannabis op dit moment anekdotisch. Om iets een medicijn te mogen noemen, vraagt om het volgen van grondige procedures die op hun beurt weer gebaseerd zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Tot op heden moet dan worden vastgesteld dat voor de meeste op cannabis gebaseerde producten - enkele uitzonderingen daargelaten - er sprake is van onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing.” 

Na contact opgenomen te hebben met de International Narcotics Control Board in Amerika over het onderwerp “medicinale cannabis,” ben ik verwezen naar hun laatste rapport, waarin onder andere staat geschreven, dat het bewijs dat cannabinoïden de symptomen kunnen verlichten van sommige medische ziekten, maar dat dat niet het "medische gebruik" rechtvaardigt door cannabis te roken.