WELKOM

U/JIJ BENT VAN HARTE WELKOM OP DEZE BLOG

Hulp aan vluchteling

Hulp aan vluchteling
Column door: Sieberen Voordewind
N.14-10-2015

In de Bijbel lezen we over de vluchteling Jakob. De Bijbel zegt in Genesis 29:1: "En Jakob begaf zich op weg en ging naar het land der stammen van het oosten." Hij vluchtte voor zijn broer Esau naar het land waar Laban, de broer van zijn moeder woonde. Toen hij daar aankwam, had hij een gesprek met Rachel, de dochter van Laban. Ná het gesprek liet Rachel de vluchteling achter en de Bijbel zegt in Genesis 29:12b en 13: "Toen snelde zij weg en deelde het haar vader mede. Zodra Laban het bericht aangaande Jakob, de zoon zijner zuster, hoorde, snelde hij hem tegemoet, omhelsde hem en kuste hem hartelijk, en bracht hem in zijn huis." Laban hoorde van de vluchteling die in zijn land kwam. Laban ging naar de vluchteling toe. Hij omhelsde de vluchteling. Hij kuste hem hartelijk. Hij bracht de vluchteling die familie was naar zijn huis. De vluchteling was welkom in zijn huis. En we lezen in de Bijbel dat Laban zelfs werk gaf aan Jakob. Het ging hier niet om vele vluchtelingen maar om één vluchteling. Een vluchteling die succesvol werd en jaren later naar zijn vaderland vluchtte. De Bijbel zegt in Genesis 31:17,18: "Toen maakte Jakob zich reisvaardig, zette zijn kinderen en zijn vrouwen op de kamelen, en dreef zijn gehele kudde voort en al de have, die hij verworven had, de kudde, die zijn eigendom was, die hij in Paddan- Aram verworven had, om te gaan naar zijn vader Isaäk, naar het land Kanaän." Jakob vluchtte met alles wat hij had omdat Laban hem uiteindelijk bedrogen had. In de Bijbel lezen we dat Jakob eens gezegd had: "Ook weet gij zelf, dat ik met al mijn kracht uw vader gediend heb. Maar uw vader heeft mij bedrogen en mijn loon tienmaal veranderd, doch God heeft hem niet toegelaten mij te benadelen." Je kunt dit lezen in de verzen 6 en 7 van Genesis hoofdstuk 31. En de dag kwam waarop Jakob vluchtte. De Bijbel zegt in Genesis 31:21: "Zo vluchtte hij met alles wat hij had..." Na allerlei ervaringen ontmoette hij Esau, voor wie hij eens gevlucht was uit zijn land. Deze ontmoeting was heel bijzonder. In Genesis 33:4 lezen we: "Maar Esau snelde hem tegemoet, omarmde hem, viel hem om de hals en kustte hem, en zij weenden." Opnieuw werd de vluchteling Jakob warm onthaald. En om de Here God te danken voor al het goede dat hij ontvangen had "richtte hij een altaar op en noemde dat: De God van Israël is God." Genesis 33:20. In het land Kanaän maakte de Here God hem voorspoedig. De Bijbel zegt in Genesis 35:9-12 in de Jongerenbijbel van de EO en de NBG: "Nu Jakob was teruggekeerd uit Paddan-Aram, verscheen God hem opnieuw, en hij zegende hem. Hij zei: 'Tot nu toe heette je Jakob. Die naam zul je niet langer dragen: Israël is je nieuwe naam.' Zo gaf God hem de naam Israël. En hij vervolgde: "Ik ben God, de Ontzagwekkende. Wees vruchtbaar en word talrijk; je zult uitgroeien tot een volk, tot een hele menigte volken, en er zullen koningen uit je voortkomen. Ik geef jou het land dat ik aan Abraham en aan Isaak heb gegeven; ook aan je nakomelingen geef ik dit land." Jakob geloofde in de Levende God en de Here God was met hem en zegende hem. Ook als vluchteling was de Here God met hem en hielp hem via mensen en maakte hem voorspoedig.
In de Bijbel lezen we in in Psalm 46:2: "God is ONS een toevlucht en sterkte, ten zeerste bevonden een HULP in benauwdheden." Ja, de Levende God is met Zijn kinderen en Hij helpt hen.